15 juli
Uit warm Leiden vertrekken we om 18u. Vanaf half acht rijden we in de internationale trein naar Moskou. Het blijkt een boemel, die via Keulen rijdt. Daar vertrekken we pas tegen 23u. We delen een couchettecoupe met een zenuwachtige Pools-Nederlandse dame die voortdurend op en neer loopt en van alles kwijt is. ’s Nachts hebben geen last van haar, maar slapen is in deze hitte moeilijk!
16 juli
We worden wakker in Polen na een lange, slingerende tocht door het Duitse laagland. Hannover heb ik nog gehoord, Berlijn niet. Overstappen doen we in een drukkend warm Kutno, waar ik het stadje exploreer. Daar hoeven we dus niet naar terug. Wel een aardige eerste kennismaking met plattelands Polen: veel winkeltjes in barakken voor woonflats in Plattenbau, ‘nette armoede’ en non-descripte stadsbouw zonder opvallende architectuur of stadsinrichting, wel schoon. Om bijna 12u kunnen we door naar Lublin, via Warschau (half twee) komen we eindelijk om 16u aan. Het is nog steeds drukkend warm, dus we nemen een taxi naar het hotel voor 20 zl. Het hotel is anoniem-internationaal maar netjes en met (matige) airco, hier wel nodig!
Na omkleden en wassen eerste kennismaking met de stad: ruime boulevards met veel 19de-eeuwse architectuur, een prachtige Renaissance binnenstad en gezellige terrasjes. We eten op het centrale plein (Rynek) voor weinig geld (dat blijft zo). De eerste indruk is goed! Bij het verlaten van het hotel waren we de straat nog niet uit of het eerste antiquariaat diende zich al aan, goed voor een eerste oogst van 15 naoorlogse Poolse kaarten en plattegronden voor 42 zl, na afdingen…
(Krakauer poort)
17 juli
Goed ontbijt, beetje duur (32 zl pp), de stad weer in. We gaan op zoek naar het Joodse Lublin via het Informatiebureau waar we een apart gidsje krijgen en een boek kopen over de vernietiging van het getto in WOII. Het lege Joodse weeshuis doet helaas aan Leiden denken. Over kale vlaktes bezoeken we de oude en de nieuwe Joodse begraafplaats, tussendoor vinden we nog een landhuis dat de collectie globes omvat van de 19de-eeuwse Poolse nationalist-fysisch-geograaf Pol. Die lege vlaktes, dat waren ooit de huizen van het getto waarvan hier en daar nog fundamenten te zien zijn tussen het groen, door de nazi’s in 1942 met de grond gelijk gemaakt. Met name de stadsboulevard, 4-baans, dendert dwars door het vml. getto, wrang. De terugtocht naar het centrum - nog steeds in de drukkende bloedhitte - langs de jeshiva en het Joodse ziekenhuis, over een van de belangrijkste straten van het voormalige getto, is bedrukkend en indrukwekkend, zeker nadat ik dat boek over de vernietiging van Joods Lublin heb gelezen.
We feliciteren telefonisch Aty met haar 71ste verjaardag en verfrissen ons weer, bezoeken het enige serieuze antiquariaat in de stad (plan van Stettin 1948, 25 zl) en gaan eten in de Zlotastraat (matige pizza) en tuimelen in bed na de eerste volle dag Lublin.
18 juli
Wegens het voorspelde weer (veel zon, 30 grC) doen we even heel weinig. Een bezoek aan het naastgelegen park brengt enige verkoeling en tijd om te lezen. Daarna toch maar weer de stad in: de stadspoort naar Kraków bevat het stadsmuseum. Een ouderwetse opstelling, maar interessant materiaal en een merkwaardige plattegrond van de stad uit 1916, de oudste (!). We zwerven inmiddels zonder kaart door de stad en wandelen van koele plek naar koele plek (voor zover mogelijk) en bekijken hoe we van hieruit met de bus andere steden kunnen bezoeken. Dat lijkt eenvoudig, maar pas na moeizame ontcijfering van de dienstregeling … waarna de informatiebalie met minimaal Engels ons een complete uitdraai levert van de 30 bussen per dag naar Zamosc! We beslissen ons verblijf in de stad met 3 dagen te verlengen om omliggende steden te bezoeken, maar dat blijkt ingewikkeld: een goedkope verlenging van ons verblijf blijkt alleen via Internet mogelijk en dat leidt tot ons eerste bezoek ooit aan een Internetwinkel (en dat na 20 jaar internetten…)!
De hitte slaat toch weer erg toe, dus douchen en naar het avondeten in een achteraftent in de oude stad. Het eten is aardig, maar zwaar en de pils voor het op peil houden van de vochtspiegel erg nodig. Een laatste biertje op de Rynek wordt door muggen verpest.
19 juli
Het weer is volledig omgeslagen, 20 grC en de eerste druppels vallen als we na een flink ontbijt het hotel verlaten. In deze regen naar Majdanek, nee. Dan maar ‘binnendingen’: eerst naar het kasteel, dat een grote collectie heeft, maar wel veel van hetzelfde: stadsgezichten. Er blijkt er een van Van der Aa uit Leiden! Prachtig is de kapel van de Heilige Drievuldigheid met Russisch-orthodoxe muurschilderingen. Verder allerlei, zelfs een paar mooie 18de-eeuwse glazen. Maar geen enkele fatsoenlijke stadsplattegrond, alleen een kopie van eentje van 1835.
We waren al eerder bij de synagoge, maar toen was ie dicht. Toch nog maar eens proberen en ja, raak. Een oudere dame (70?) leidt ons uitvoerig rond, getolkt door een Duitse (!) studente. We horen van de pogingen de Joodse gemeenschap na de oorlog nieuw leven in te blazen en van de anti-Joodse pogroms in 1946-’48. Er is nog maar weinig over van wat voor de oorlog een van de grotere Joodse gemeenschappen was in Polen: van 40.000 toen naar 40 nu. Mevrouw vertelt heel rustig over de oorlog en ze kan het navertellen, omdat ze in de Sovjet-Unie is geboren. Alle Joodse gebruiken passeren de revue, Harrie herkent natuurlijk alles en ik het meeste. Ik maak foto’s van een kopie van de aankondiging van de oprichting van het getto in 1941 en van Joods Polen uit 1991. Ook de parochet gaat op de foto. Als haar zoon binnenkomt en hoort van onze belangstelling haalt hij al zijn (taal)kunnen uit de kast om contact te krijgen buiten Polen. Maar zelfs met ons heeft hij nog de hulp nodig van het Duitse meisje om te tolken. Dat wordt nooit wat. Die studente wordt door ons ook opgehouden, maar blijft erg vriendelijk. De neergang aan te moeten zien van het laatste restje Joodse cultuur hier is pijnlijk, maar leerzaam.
(jood in het getto van Lublin, 1941)
(de parochet van de synagoge van Lublin)
Met wat eten en thee uitrusten in het hotel. Daarna weer de stad in en eten bij de ‘zwarte tulp’, heerlijk (wel iets duurder, 91 zl).
20 juli
Het weer blijkt aanzienlijk beter dan voorspeld: 21 grC, zon. We lopen via binnenweggetjes naar Majdanek, het stadsconcentratiekamp. Indrukwekkend is een afgesleten cliché voor zo’n plek. De entree is karakterloos, de juffrouw in de informatiebalie geeft geen sjoege, de teksten gaan alleen over Polen en Pools verzet, tot in het kamp, …. zogenaamd? Dan langs een wangedrocht van een memorial. Pas dan komen we bij het eigenlijke kamp. Het is meteen raak: de was- en desinfectieruimte blijkt meteen ook de gaskamer. Vooral voor Joodse vrouwen, kinderen en ouden van dagen. Verder een barak met een maquette van het kamp en een vol schoenen, duizenden, alleen maar schoenen. Het kamp zelf (slechts een-zesde deel staat nog) is niet meer dan een serie tegenover elkaar staande barakken, sommige met schoorstenen (dus verwarmd?), de meeste zonder. Het mausoleum met de as van duizenden is weer wel heel drukkend. En de industriële ovens, rillingen over je rug, kippenvel. Zeker als je leest dat de warmte van de ovens werd gebruikt om te zorgen voor warm water in de douches….
(barakken in Majdanek, Lublin)
(ovens in Majdanek, Lublin)
(lijkentransportwagen in Majdanek, Lublin)
Na drie uur gaan we weer terug naar de stad, weer lopend. We brengen het nog op om de kathedraal te bezoeken, maar niet om daar te bidden. Het is een rococo suikertaart vol klatergoud, stijlvast en vol trompe-l’oeil, maar de arrogantie spat er van af.
Dan toch nog een aangename verrassing: de Grodzka-stadspoort (tussen de oude stad en de Joodse wijk) wordt gebruikt door een kunstenaarsgroep die al 15 jaar actief is om de herinnering aan het Joodse Lublin levend te houden. Ze hebben niet alleen een fraaie maquette van de oude stad + Joodse wijk, ze organiseren manifestaties, tentoonstellingen, herdenkingen, enz. Daar worden zoveel mogelijk mensen bij betrokken, het is ook multi-confessioneel. Een enthousiaste, creatieve, innovatieve en zelfs zakelijke club. We gaan er woensdag nog eens langs, email- en websiteadressen zijn al uitgewisseld!
’s Avonds eten we in wat inmiddels ons huisrestaurant is, de Zwarte Tulp. We vergrijpen ons aan een heel goede Chileense wijn: zl 99! Het is uitstekend, dus we verzoenen ons met deze Westerse prijs. Strenge analyse van wat we met de locale club willen bespreken, woensdag.
21 juli
Na weer een copieus ontbijt naar het busstation. Met enige moeite vinden we perron 19 om met een ‘vooroorlogse’ bus naar Zamosc te vertrekken. We doen er ruim meer dan 2 uur over, toch is het maar 85 km. De reis is niet voor niets: Zamosc is een prachtig Renaissancestadje! Een groots marktplein,
(marktplein Zamosc)
met een fraai ‘ratusz’ (voor het huis van het stadsbestuur kent het Pools dus alleen een leenwoord!), prachtige strakke arcades, een van de weinige overgebleven synagogen van de streek,
(synagoge Zamosc)
massieve vestingwerken. In een daarvan, een 19de-eeuwse toevoeging in de vorm van een ‘rotonde’ die alle kanten op kon vuren, hebben de nazi’s in de Tweede Wereldoorlog huisgehouden: executieplaats voor 6 tot 8.000 Polen, Joden en Russen. Zo heeft hier iedere plaats van enig belang zijn eigen gruwelplek. Als ergens, dan hebben de nazi’s zich toch vooral in het General-Gouvernement als beesten gedragen, uit naam van het ‘Herrenvolk’. Zamosc zou ‘gezuiverd’ en een Duitse modelstad moeten worden met als gotspe-naam Himmlerstadt. Honderden omliggende dorpen zijn daarvoor opgeruimd en uitgemoord. Na de Joden lijken de Polen het zwaarst getroffen door de Duitse vernietigingsfabriek. Nu overheerst de wil om vooruit te komen (de mensen lopen hier gemiddeld zeker zo snel als in Nederland), en de (op)bouwwoede is enorm, net als het optimisme dat daaruit spreekt, maar even zo begrijpelijk is de wens te vergeten. Een moeizame, maar hoopvolle periode na WOI (de ‘Pilsudski-tijd’) wordt gevolgd door de meest gruwelijke oorlog en bezetting, waarna de Sovjet-Russische ‘bevrijding’ een lange periode van stagnatie (to say the least) inluidt. Natuurlijk duurt het dan een tijd voordat een volk weer nieuwe hoop ontwikkelt, natuurlijk grijpt Polen dan ook terug op zijn katholicisme. Maar die kerk vormt regelmatig weer een nieuwe bron van repressie (als het aan de kerk ligt) en zelfs van nieuw antisemitisme (radio Maryam). En veel mensen kunnen in de nieuwe verhoudingen en dynamiek niet mee, kleine boertjes bijvoorbeeld, zoals we er vanochtend een zagen die al om 11u stomdronken op de terugweg was van een locale markt. Dan wordt wodka je enige vriend. Gelukkig ging de buschauffeur er heel menselijk mee om en hielp hem de bus uit. Melancholie is hier net zo aanwezig als hyperkapitalisme.
De terugtocht ging voorspoedig, in een comfortabele bus en in ruim een half uur korter. Het eten in de Zwarte Tulp was weer voortreffelijk en er speelde een band heel acceptabele rock-jazz. Moe in bed!
22 juli
Ontbijt ‘as ever’. Volgens afspraak zijn we om half elf bij de Brama Grodska. Maar Marcin is er niet (Agnieska wel, maar de afspraak is met hem). Dus nog maar even lezen in een park dat op de plaats ligt van het armere deel van de Joodse wijk. Niets, maar dan ook niets herinnert aan wat hier was. Gemeentewerkers doen er anderhalf uur over om drie plankjes te vervangen en een kapotte bank weg te halen; dat is bij ons gelukkig echt verleden tijd. Herinnering is vervolgens het sleutelwoord van ons drie uur durende bezoek aan het NN-theater. We bespreken met A en M wat de mogelijkheden tot samenwerking zijn tussen Leiden en Lublin op kaarten- en tentoonstellingsgebied. Heel concreet wordt het nog niet, maar ze sloven zich uit om met ons mee te denken. Ze blijken al in contact te staan met de synagoge in Groningen. Dat zou een basis voor verbreding kunnen zijn. We worden overladen met gratis boeken. Hoeveel het gaat opleveren moet nog maar blijken, maar dat wat ze doen hoog niveau heeft is duidelijk en maakt langzamerhand nieuwsgierig naar hun financiële basis.
We nemen een pilsje op de Rynek en verfrissen in het hotel, de berg met boeken achterlatend. Het eten in de stad bij de Zwarte Tulp is weer prima.
23 juli
Een hete dag, 32 gr. Volgens afspraak zijn we om 10u bij de Grodskapoort. Agnieska zal ons de drukkerij laten zien. In een achterafstraatje moeten vier sloten open, maar dan staan we in een klein drukkerijmuseum. Het is een voormalige drukkerij waarvan het personeel in 1944 door de nazi’s is vermoord omdat ze voor het ondergrondse Poolse (’binnenlandse’) leger werkten. Unieke persen en andere machinerie, allemaal nog werkend. Het is een dependance van het Grodska centrum, waar bv kinderen al doende kunnen leren hoe vroeger gedrukt werd: voor de oorlog, in de oorlog en in de tijd van Solidarnosc. Zo komt geschiedenis naar het heden. Goed initiatief! Tomek, de directeur van het centrum, zit blijkbaar steeds weer vol nieuwe ideeën, ook na 20 jaar nog. En hij weet ze gerealiseerd te krijgen, dus zakelijk inzicht en goede contacten heeft hij blijkbaar ook! Anja, een andere medewerkster van het centrum, leidt ons door de catacomben van de stad, waar met maquettes en een multi-mediashow de stadsgeschiedenis zichtbaar wordt gemaakt. Met name de ondergrondse koelte is aangenaam. Het gesprek met Marcin erbij in het trappenhuis gaat over geschiedenis, de stad, Europa, neonationalisme, wat kaarten kunnen vertellen en nog veel meer. We worden zelfs ten behoeve van de website gevraagd commentaar te geven op Lublin en het centrum: moderne oral history. Als klap op de vuurpijl krijgen we van de directeur een boek met facsimile”s van alle bekende plattegronden van de stad cadeau. Het is echt teveel, maar weigeren kan natuurlijk niet. Als kleine tegenprestatie nodigen we Agnieska en Marcin voor het avondeten uit.
Verfrissen in het hotel is erg nodig. Even rustig aan en dan weer terug naar de stad. Agnieska en daarna ook Marcin verschijnen voor het diner, buiten op het terras van de Zwarte Tulp. We praten urenlang over van alles, hoe het tussen ons zit wordt ook duidelijk. Ze brengen ons naar het hotel, drinken nog een glaasje (het zijn allebei zeer matige drinkers) en dan is het afscheid. Apart hoe goed we deze twee mensen hebben leren kennen in luttele dagen. Zien we elkaar ooit weer? Wie zal het zeggen?
24 juli
Ontbijten, inpakken en weg wezen.
Met de bus naar Przemysl in zo’n 4 uur. Onderweg is het drukkend warm in een nogal oude bus. Alleen open raampjes geven enige verkoeling, maar helaas: ze verwarren het kapsel van de mevrouw voor me, dus het raampje moet dicht. Iedereen zweet, maar niemand protesteert. Verder verloopt de reis voorspoedig en we vinden meteen ons hotel en de email-reservering blijkt te kloppen. Een mooie kamer, alleen ook hier drukkend warm. Na een douche wil je meteen weer douchen.
Dus maar de stad in. De informatie is lastig te vinden, we worden een beetje door de hitte bevangen. De stad verovert onze harten niet meteen (de jongen op de fiets wel), maar dat komt wel. Na wat doelloos rondlopen strijken we op een terras neer. Het blijkt ‘the place to be’ te zijn; we blijven plakken en eten goed. Ergerlijk is wel te zien hoe twee kleuters de viooltjes in het perk midden op het terras plukken zonder dat iemand iets doet en de moeders vinden het ook best. Wat een non-interventie en ongeïnteresseerdheid in het gemeenschappelijke! Vreemd.
Moe van niks doen gaan we vroeg slapen.
25 juli
Het regent pijpenstelen als we wakker worden. Het ontbijt in ons tweede Poolse hotel is sober, maar prima en ruim voldoende. Turkse koffie geeft een gevoel van nabijheid van het Ottomaanse Rijk.
Het regent nog steeds als we de stad in gaan. Dus vluchten we snel het stadsmuseum in. Dat bestaat 100 jaar en geeft een leuke overzichtstentoonstelling van het bezit, bijzondere en gewone dingen door elkaar. Moeizamer is de rest van de collectie, veel recente moderne kunst. Dit alles in een hypermoderne kunsttempel die misstaat in zo’n onderkomen en verwaarloosde stad. Als we buiten komen miezert het nog, dus we ‘vluchten’ het museum van de geschiedenis van de stad in. Dat heeft een prachtige collectie foto’s van de stad en ook meerdere aardige zalen, maar de atmosfeer is niet alleen qua temperatuur drukkend: buiten is het 17 grC, binnen zeker 25, ook het getoonde drukt de bedompte sfeer van deze oude garnizoensstad uit. Veel wapens, veel militaria, veel strijd. Ook in de positieve zin overigens van de strijd van Solidarnosc.
Twee musea is wel weer genoeg en we nemen een koffie op het terras. Het is droog, maar de beperkte wandeling door andere buurten maakt ons nog steeds niet enthousiast over Przemysl. Op de hotelkamer schrijven we ons jaarlijkse contingent vakantiekaarten, ik heb er nog een lamme hand van. We eten in dezelfde tent, redelijk, maar niet opzienbarend. De omweg-wandeling er naartoe bevestigt ons in het beeld van een flegmatieke, enigszins droevige stad die zich Westerser voordoet dan ze is. We zitten echt op de rand van modern Europa. Desondanks: de straten zijn schoon, de bloemperken gevuld, het openbaar vervoer functioneert, het aantal randfiguren stoort niet teveel, terrasjes in overvloed en vol. Dat zijn dingen die in Leiden niet allemaal ook gelden. Kennelijk wordt desinteresse in gemeenschappelijke dingen gecombineerd met discipline en een zekere mate van vanzelfsprekende beschaving. Iets om over na te denken, mede gezien de op het oog snelle verwestersing van de jeugd, gevoed door nog ergere TV-pulp dan bij ons.
26 juli
Na een goed ontbijt en nog even wat lezen omdat het regent, maken we een kleine wandeling naar de forten van de binnenring van de vesting Przemysl.
(laatste synagoge van Przemysl)
Het een flinke klim naar wat niet meer blijkt dan wat aarden wallen met af en toe een stenen ingang. Begrijpelijk dat die binnenring geen enkele militaire betekenis meer had bij het Russische beleg in 1914. In het bos op de top worden we verrast door een bui en al schuilend overvallen door muggen. De wandeling stelt niet veel voor, maar maakt wel dat we ons voornemen morgen een wat langere te maken. We komen door aanhoudende regen wel vrij nat in de stad terug.
We lezen flink door, terwijl het weer helemaal opklaart. We nemen een pilsje op ons ‘vaste’ terras, maar eten bij ‘Dominikanski’. Redelijke keuken, slordige bediening. We zijn getuige van verregaande onbeschoftheid van een vent tegenover zijn meisje: terwijl het eten wordt opgediend begint hij een lang telefoongesprek, op luide toon en tot zichtbare ergernis van het meisje. Ze vertrekken met lange gezichten, zal wel niet lang meer duren.
27 juli
Lang slapen, rustig ontbijten. Het vinden van een bus naar Krasiczyn blijkt toch weer ingewikkelder dan je zou hopen: je moet de kaart van de regio goed kennen om te kunnen bepalen aan welke bus je wat hebt. Gelukkig hoeven we uiteindelijk maar een half uur te wachten. Het kasteel van Krasiczyn is onverwacht fraai, althans van de buitenkant. Binnen is het meeste nog kort en klein geslagen, naar verluidt door de Sovjets. De wanden zijn bekleed met sgraffiti en de vier torens staan voor de koning, de adel, de paus en God zelf. In die laatste zit natuurlijk de kapel. Het eigenlijke kasteel bestaat uit twee vleugels, de andere twee wanden zijn slechts muur. De uitleg is omstandig en alleen in het Pools, dus duurt wat lang.
(kasteel Krasiczyn)
Daarna wandelen we door de heuvels (vol loopgraven, vervallen forten, opgeblazen bunkers en veel, heel veel muggen en steekvliegen; je kunt geen moment stil blijven staan of je hebt een zwerm om je benen) in ruim 3,5 uur terug naar Przemysl. Moe, maar voldaan……
Na wat uitrusten op het gemak de stad weer in, laatste ijsje bij ‘de beste ijstent van Polen’, pilsje op ons ouwe stekkie en heel goed eten voor weinig geld (47 zl!) in dezelfde tent als gisteren. Afscheid van Przemysl.
28 juli
Vroeg op, ontbijt, in lekker weer naar het station. Overnachting + ontbijt voor 140 zl met z’n tweeën, goedkoper hebben het in jaren niet gehad.
Ook de trein is niet duur, 180km met z’n tweeën voor 72 zl. De reis duurt bijna 3 uur, dan komen we in een inmiddels warm Tarnów aan. Wandelen naar het hotelletje blijkt geen goed idee, we komen drijfnat aan na 20 minuten heuvel op. Verfrissen dus, want de reservering heeft gewerkt. Het is een kamer boven het toeristenbureau, alles in orde.
We stappen hoopvol op het prachtige stadhuis af, maar helaas, in restauratie.
(stadhuis Tarnów)
Het naastgelegen museum is wel open, maar helaas, alleen één zaaltje is open. ‘That’s all’ zegt de suppoost doodleuk. Weer pech. Een prachtige kaart van Galicië (in het Pools, uit ongeveer 1900) is ook al uitverkocht. Het zit even niet mee. Dus lopen we maar de Joodse route. De bimah (=verhoogde voorleesplek) met zuilen en dak van de oude synagoge staat nog, de mikwe (maar met allerlei reclameborden er aan vast) ook nog,
(mikwe Tarnów)
verder alleen een heel grote begraafplaats
(joodse begraafplaats Tarnów)
en herinneringen. Toch is het hier veel slimmer aangepakt dan in Przemysl waar iedere verwijzing naar de vroegere Joodse gemeenschap ontbrak. Het is te warm om meer te doen, dus terrasje-pilsje. Een nieuwe verfrissing op de kamer is nodig!
In een nog steeds drukkende atmosfeer gaan we op de Rynek eten; heel goed (snoekbaars en varkensnek!) en heel betaalbaar. Nog een rondje en pitten.
29 juli
Het zou mijn vaders 98ste verjaardag zijn geweest. Het weer zou bij hem gepast hebben: wisselend bewolkt en 25 grC. We ontbijten in het restaurant ‘U Jana’ van gisteravond. Prima en veel! Vervolgens op zoek naar het etnografisch museum. Dat heeft als beloofd een mooie tentoonstelling over zigeuners.
(tentoonstelling zigeuners etnografisch museum Tarnów)
Indrukwekkend, veelzijdig en nauwkeurig. Het museum is gevestigd in een mooi oud pand en heeft ook nog een aardige collectie opgezette vogels, maar de collectie over zigeuners is het belangrijkste. Niet alleen voorwerpen en gebruiken, maar ook de oorlog en eerdere pogroms, vanaf de 16e eeuw in West-Europa. De aantallen, 35.000 voor Nederland, lijken wat overdreven, tenzij je woonwagenbewoners meetelt, maar dat moet je dus beslist niet doen! Neemt niet weg: fraai en leerzaam.
We halen onze kaartjes voor de reis naar Warszawa en ‘doen’ tenslotte het diocesaan museum: een bijzonder mooie collectie gotische kerkelijke kunst, doorlopend in volksdevotie tot in de 80′er jaren. Het doet ons denken aan een eerder bezoek aan zo’n museum in Spanje, Burgo de Osma, met een opschepperige pastoor en net zo’n bijzondere collectie. De begeleidende pater is een rijzige, mooie jongeman die geen woord buiten Pools kent.
Het zit er op, dus alle tijd om te rusten en te lezen. Begin van de avond zoeken we de Rynek weer op, nemen een pilsje en eten weer bij U Jana. Het is beslist een van de beste keukens van de stad, maar tijdens het eten mag je meegenieten van ‘Wild TV’, dus jachtscènes, modeshows van ‘Fashion World’ of operatiescènes van weer een andere pulpzender die op grote schermen wordt vertoond. Vreemd land. De plek van Tarnów blijft bijzonder, boven op een verfrissende heuvel en aan de noordrand van de Karpaten. Het uitzicht vanuit onze kamer, vrij op het zuiden, kilometers ver en vanaf de rand van de middeleeuwse stad, is adembenemend mooi. Als ‘ommetje’ na het eten worden we nog geconfronteerd met teksten over de vernietiging van het Tarnówse getto. Alweer een bewijs dat de moordindustrie van de nazi’s ook hier ‘goed’ gefunctioneerd heeft: tienduizenden doden. Pitten.
30 juli
Vroeg op, ontbijten bij U Jana, dat duurt eeuwig: 20 minuten wachten op een gekookt eitje met nog wat spul erbij gelegd, vreemd. We lopen op ons gemak naar het station, helling af, dat scheelt. De reis naar Warszawa via Kraków verloopt vlekkeloos, al is het heet (31 grC). In dik 4 uur zijn we in de hoofdstad. We hebben van Tarnów geleerd en nemen een taxi. De reservering is gelukt, dus we zitten weer in Campanile. Na het opfrissen gaan we meteen de metropool in: bloedheet, lelijk als de nacht, alsof de oorlog nog maar kortgeleden afgelopen is. Het stratenpatroon is volledig verknoeid en ook erg op de auto ingericht. Brede boulevards waar ooit het getto was, nota bene naar JP2 genoemd. We bereiken het Joods museum van het getto en bekijken de tentoonstelling snel, want we hebben maar 1 uur. Dramatisch!
(kaart getto Warschau 1940)
Morgen weer. Onder de indruk lopen we door naar de oude stad, waar het stadsplein helemaal herbouwd is. Al te toeristisch, maar wel begrijpelijk dat ze het gedaan hebben. Gelukkig zelfs, want als je ziet wat ze van de rest van de stad hebben gemaakt: een steen- en asfaltwoestijn, ben je blij dat er nog zo’n gereconstrueerde enclave van beschaving over is, na alle barbarij die de stad zijn verdere aanzicht heeft gegeven. De twee antiquariaten die we zien hebben wel iets, maar niet heel veel. We tikken een RÁ¶mer-zakatlasje uit 1937 op de kop voor 60 zl. Na zo’n lange wandeling door heet Warschau zijn we aan een pilsje toe, en met ons enkele honderden luidruchtige NAC-supporters, want dat blijkt in een stadion om de hoek tegen Polonia Warszawa te spelen vanavond (NAC wint met 1-0). We verontschuldigen ons voor onze landgenoten en de stad is ook vergeven van de politie; kennelijk hebben Nederlandse supporters een slechte naam, of is het alleen voorzorg. In ieder geval gebeurt er niets. We blijven plakken en eten redelijk op het plein van de Nieuwe Stad. De hoofdstad is natuurlijk wel duurder: 150 zl. Met de taxi in vliegende vaart terug!
31 juli
Ontbijten doen we toch maar in het eigen hotel, ook al is dat vrij duur. Opnieuw lopend naar het Joodse studiecentrum/museum. Harrie vindt 3 boeken die van belang zijn voor de tentoonstelling in de Leidse synagoge in september en nog wat informatie in de bibliotheek, waar ze zeer vriendelijk en behulpzaam zijn. We bekijken ook de gruwelijke film over het getto die bij de tentoonstelling hoort. Ik kan er niet steeds naar kijken, het is te erg. De bedoeling is van het begin af aan duidelijk geweest: alle Joden moesten hoe dan ook dood. Wie nog niet door ziekte of honger om het leven was gekomen (100.000 tussen 1940 en 1942) werd weggevoerd naar vooral Treblinka en Majdanek. Pas helemaal op het eind (1943) wordt er verzet gepleegd en het onderdrukken van de opstand kost de nazi’s 4 weken. Dan is er geen getto meer over en geen levende Jood.
(tekst over getto, Warschau)
Nog onder de indruk lopen we weer de oude stad in. Het Informatiebureau helpt ons aan adressen van antiquariaten. Waar we gisteren niet terecht konden heeft wel mooi spul, maar ook nogal prijzig. In winkeltjes op de weg naar Kraków slaan we onze slag: een Continental wegenatlas in Warszawa uitgegeven in de jaren ‘30 (dat was een Duitse bandenfabriek!; misschien was de uitgifte wel vooral een vooronderzoek naar de bruikbaarheid van de Poolse wegen voor het geval dat…), een kleine RÁ¶mer-atlas uit idem, twee Duitse kaarten uit 1940/’41 van Mazovië (omgeving Warschau) en een Poolse kaart van Polen uit de dertiger jaren met stadsplattegronden van alle belangrijke steden! Een koopje, ofschoon het duurste wat we hier kopen: 250 zl. Ondertussen is mijn schoen per ongeluk door Harrie kapot gelopen, dus ik strompel naar de taxi - niet dan nadat we op een terrasje geklonken hebben op onze vangsten. De grootste zorg die ons nu nog rest is de vraag of we al dat spul van voor 1945 ongecontroleerd de grens over krijgen!
Na wat rust besluiten we in de buurt te blijven eten. Dat lukt goed bij een behoorlijke ‘echte’ Italiaan voor weinig geld.
1 aug
Alweer een mooie dag, zeker 25 grC. We ontbijten toch maar weer in het hotel. Het museum van de opstand van Warschau blijkt vlakbij en als we aankomen staat er een lange rij: we blijken de 65ste verjaardag van het begin van de opstand uitgekozen te hebben voor ons bezoek. Je hoeft alleen in de rij te staan als je speciale herdenkingsmunten van 2 zloty wil hebben, de toegang is verder gratis. En dat blijkt: het is overvol. Veel kinderen, veel gewone mensen. Het is een redelijk uitgebalanceerde tentoonstelling, zeker op het eerste gezicht, en de inrichting is heel knap gedaan. Met weinig middelen en niet al te veel originele voorwerpen word je in de sfeer van de opstand ondergedompeld. Alle zintuigen (behalve, zoals gewoonlijk, de reuk) worden aangesproken. Echt een geslaagd experiment, zonder de in Nederland inmiddels helaas gebruikelijke blèrende kinderen aantrekkende computeronzin. Als we de catalogus lezen blijkt ons toch een beetje ongemakkelijke gevoel meer fundament te krijgen: het is allemaal wel erg katholiek.
(museum van de opstand, Warschau)
Niet alleen zwaait het museum zichzelf nogal uitvoerig lof toe (en ook de eerst burgemeester van Warschau, later (en nog) president van Polen Lech Kaczinski), er is een kapel met relikwieën van een van de opstandelingen en die kapel is deel van het museum; ook JP2 is uitvoerig aanwezig, op video met een nogal schandalige tekst. Neemt niet weg dat het een goed opgezet en mooi modern museum is.
We lopen door via grote delen van wat ooit het getto was, op zoek naar de laatste bunker van die andere, eerdere opstand: die van het getto. Daar blijkt dan weer helemaal niets van over. Zelfs geen gedenkplaat, terwijl de stad daarvan vergeven is. Meet Polen nog steeds met twee maten? Ook het gedeelte over het getto in het museum van vandaag haalt er zonder enige goede reden Edith Stein bij, een bekeerde Jodin uit Breslau, die niets met het Warschause getto te maken had, maar wel door JP2 heilig is verklaard. Terug naar het hotel met onze 3-dagen-kaart: we kennen de stad goed genoeg om zonder lijnnummers te kennen heel snel terug te zijn. De reden is minder aangenaam: Harrie heeft een ontsteking gekregen van de beet van een steekvlieg, en die speelt op. Dus rustig lezen op de kamer, alleen gestoord door sirenes ter herdenking van de opstand, met stilstaand verkeer en dito mensen op straat.
’s Avonds eten bij onze ‘huis’-Italiaan, weer smakelijk, en nog een ommetje in gewoon Warszawa, het helpt wel dat dat er ook is.
2 aug
Op het gemak ontbijten we, het is immers zondag! In opnieuw blakend weer (28 grC) gaan we met de tram naar het nationaal museum. Dat zou naast de gebruikelijke parafernalia een mooie collectie Nubische christelijke kunst hebben. Helaas: het museum is weliswaar gratis toegankelijk, maar in verbouwing, midden in de vakantie- en toeristentijd. Alleen Poolse schilderkunst is te bewonderen en laten we daar nou net niet zo”n belangstelling voor hebben. Ook de catalogus die er bij hoort is beroerd (vage foto’s) en de hele mentaliteit in het museum herinnert aan pre-1989 tijden.
Dan maar naar de buren: het legermuseum. Die hebben een gigantische collectie militaria en slechts af en toe teksten in het Engels. Het is veel teveel en als je de teksten mag geloven, dan is het een wonder dat ze niet alle oorlogen gewonnen hebben. Helaas: Polen heeft een lange geschiedenis van nederlagen en hopeloze veldslagen, ondanks een ook zeer militaristische geschiedenis. Over de held des vaderlands, generaal Pilsudski (1867-1935), ondanks zijn antidemocratische staatsgreep van 1926, geen kwaad woord. Neemt niet weg dat er interessante dingen te zien zijn, zoals een gigantische kaart van Polen uit 1770 en kinderuniformen uit WOII. De verschillen met het museum van de opstand van Warschau zijn wel heel opvallend: hier worden alleen de ogen geacht actief te zijn, niet de oren of de tast, laat staan de neus of de smaak. Na een uurtje hebben wel weer genoeg oorlog gezien. In de krantenkiosk, op zoek naar een buitenlandse krant (die we ook vinden: de weekeditie van Le Monde) komen we een Nederlander tegen die hier 3,5 jaar gewoond heeft. Hij deelt ons oordeel dat Warschau een lelijke stad is, met dank aan de nazi’s, dat vooral, maar ook wat daarna is gebeurd doet continu pijn aan de ogen. We lopen binnendoor naar Praga over de rivier de Wisla. Daar aangekomen vragen we ons af waarom we hier naartoe zijn gegaan: niets te zien, saaie nieuwbouw, geen terrasjes. Na wat zoeken vinden we toch tussen de bomen (die zijn er heel veel in de stad, een van de weinige aangenaamheden hier) een Italiaans restaurant. Daar gaan we rustig wat drinken en eten, we slaan ons lezend door de warme uren van de dag. Met de tram weer terug, vliegensvlug. Het openbaar vervoer functioneert uitstekend! Na wat uitrusten eten we weer bij onze Italiaan.
3 aug
Laatste ontbijt van de vakantie! Een beetje ‘nutteloze’ dag, de trein vertrekt pas tegen 18u. We blijven niet in het hotel hangen, maar nemen de bus naar de ‘Umschlagplatz’ (de Polen noemen het nog steeds zo) waar vandaan de nazi’s de laatste Joden van het getto naar de gaskamers stuurden. Een sober monument met alleen voornamen, honderden. Dat is minstens zo indrukwekkend als een muur met duizenden namen. Het is een naam, en toch anoniem. Vervolgens vinden we alsnog de laatste bunker van de opstand van het getto: Miwa 18 ligt nu op Miwa 2, vandaar. Ook al sober en veelzeggend.
(laatste bunker, opstand joodse getto, Warschau 1943)
Het wordt weer drukkend warm, we moeten even rusten op de Rynek van de Nieuwe Stad. Heel rustig lopen we door tot de Jeruzalemstraat, kopen buitenlandse kranten en lezen op een terrasje. Het laatste bezoek is aan de enig overgebleven synagoge van de stad (er waren er 100) die mooi gerestaureerd is, maar ook streng bewaakt wordt, moet worden?
(laatste synagoge Warschau)
Nog een vroege pizza bij onze Italiaan en een moeizaam laatste stukje met de tram naar CS in de hitte en we vertrekken! Door de regen door het vlakke Poolse land, 21u in Poznan. Na Rzepin gaan we slapen om pas voorbij Düsseldorf weer wakker te worden (half acht). Ik heb goed geslapen, Harrie niet. Volgende keer toch maar vliegen? Het gaat nu nog lange uren duren….