Hoe was de vakantie?
Het vakantieseizoen zit er weer op. De huid is gebruind – voor zover de zomer dat toestond, maar zelfs in Noord-Frankrijk lukte dat wonderwel -, de al maanden ongelezen boeken zijn eindelijk gelezen, de conditie is weer bijgespijkerd. We pakken de draad weer op. Een draad die natuurlijk geen moment verbroken is geweest.
Onrust!
Want: moderne technologie betekent, dat je op vakantie – het kan, dus het moet – ieder moment op de hoogte blijft van wat er in Leiden speelt. Niet alleen via www.sleutelstad.nl, maar ook via de eigen mailbox die op de I-mate constant geactualiseerd kan worden. Je hebt wel veel innerlijke ruimte nodig om de onrust te compenseren die dat veroorzaakt, anders laad je je geestelijke batterij nóg niet op, en geen mens kan continu aan het werk zijn. Of: dat kan wel, maar dan verword je tot een machine die zich mechanisch van dossier naar dossier spoedt.
Komkommer
De actualiteit van deze zomer volgend, bleek de grootste ”komkommer” de dubbelzinnige reactie te zijn van Verbaan op ons plan om een asielzoekerscentrum te vestigen aan de Besjeslaan. Terecht dat Marc een strafklacht heeft ingediend: je hoeft toch als bestuurder niet iedere kroegtaal die publiek wordt gemaakt over je heen te laten gaan? Benieuwd of Verbaan er nog écht last mee krijgt. Witteman en de andere collega”s die in Leiden waren – en hun gezinnen – hebben er al meer dan genoeg onzekerheid aan opgedaan, laat hij maar eens voelen dat je niet ongestraft alles over anderen kunt roepen, ook al weten we dat hij die stijl al jaren tegen iederéén hanteert!
Maar dan nu: Leiden en zijn omgeving
Jarenlang is de verstandhouding tussen Leiden en de omringende gemeenten moeizaam geweest. De centrumstad wilde zijn rol wel vervullen, maar het wantrouwen was zo groot, dat iedere vinger die naar de kleinere gemeenten werd uitgestoken voor een dolk werd aangezien, iedere uitgestoken hand voor een vuist. Dieptepunt was de discussie over het Leidse voorstel te komen tot één gemeente voor zo ongeveer wat nu Holland-Rijnland is (het samenwerkingsverband van de 12 gemeenten in het noord-westen van Zuid-Holland). Daarna is Leiden in zijn schulp gekropen. Positief effect daarvan is dat nu dat genoemde samenwerkingsverband bestaat en Leiden daarin zijn bescheiden rol meeblaast. Maar juist die bescheidenheid is nú het probleem: waar blijft het Leidse leiderschap?
De Rijn-Gouwelijn
Over de verhouding tussen Leiden en zijn omgeving valt heel veel te zeggen, maar ik spits het nu even toe op verkeersterrein, in het bijzonder het openbaar vervoer. In de vorige zittingsperiode was Leiden dé grote gangmaker achter het regionale openbaar-vervoerproject, de Rijn-Gouwelijn. Regiogemeenten als Katwijk en Noordwijk reageerden aanzienlijk lauwer, en zelfs Rijnwoude en Zoeterwoude waren heel wat sceptischer dan de toenmalige Leidse raad. De verkiezingen van 2006 en natuurlijk nog veel meer het referendum over de Rijn-Gouwelijn van maart van dit jaar hebben de verhoudingen echter volkomen omgekeerd: Zoeterwoude en Rijnwoude maken actief stemming tegen het (inmiddels) Leidse ”neen” tegen die lijn.
Je kunt zeggen dat ons college deze omslag zelf heeft veroorzaakt door überhaupt een referendum te organiseren zonder daarin zelf een (positief) standpunt in te nemen. Maar wat hebben we anders gedaan dan de lokale democratie en de opvattingen van de Leidenaren serieus te nemen?
Proof of the pudding
De manier waarop we uit het ontstane dilemma komen (áls het lukt) van de tegenstelling tussen de rigide opstelling van de provincie Zuid-Holland (één doorgaande lightrail-verbinding tussen Gouda en de kust) en het alternatieve plan dat op mijn voorstel door de Leidse raad is aangenomen (een regionaal netwerk van hoogwaardige openbaar vervoer verbindingen, eerst in de vorm van vrijliggende busbanen en bij gebleken succes in de vorm van regionale trams) zal de ultieme test zijn of Leiden zijn centrumfunctie weet waar te maken. De ultieme test of we uit weten te stijgen boven het kleinsteedse denken, waarbij de wereld ophoudt bij de Spanjaardsbrug of het Valkenburgse Meer, bij het Joppe of het Rijn-Vlietkanaal.
Het wordt spannend!
Want de verhouding tussen Leiden (de “benarde veste”) en zijn omgeving is het probleem van die jaloerse omgeving, maar minstens zo veel van het beperkte blikveld van de stad zelf. De kans is groot dat wanneer de stad blijft redeneren vanuit alléén zijn eigen positie een compromis met de provincie onmogelijk wordt en ons dus wordt opgedrongen wat we nou juist niet willen. Is Leiden in staat eieren voor zijn geld te kiezen? Zijn we in staat te accepteren dat de berg niet naar Mohammed komt en dat we dus het compromis moeten bedenken vanuit de positie van de ander, in plaats van te verwachten dat de ander vanuit onze positie kijkt hoe zijn belangen daarin passen? De komende weken zullen het leren!