Gisteren en vandaag hebben we (Harrie en ik) intensief meegewerkt aan Open Monumentendagen. Vijf tentoonstellingen, ieder een lezing in Boerhaave. Dat heeft ons de afgelopen weken behoorlijk wat tijd gekost, maar het heeft ook wat opgeleverd. Veel positieve reacties, niet alleen tijdens en ter plekke van de tentoonstellingen, maar ook van wie ik zo verder in de stad tegen kwam. Gisteren was bovendien een ideale dag voor stadsbezoek, dus het liep op rolletjes. De vermoeidheid sloeg afgelopen twee dagen wel behoorlijk toe, maar Annette en Dick hebben ons er met subtiele hulp doorheen geholpen. Dank!
Het lijkt er op dat er een kans is dat Leiden niet alleen nu al een prominente plek op de kaart van kaarten heeft, maar misschien ook een nog prominentere plek zou kunnen krijgen. Er is elders in Nederland een overheidscollectie aanwezig van 300.000 kaarten op zoek naar een goede plek om opgeborgen en ontsloten te worden. Dat lijkt een uitgelezen kans om Leiden nog meer “op de kaart” te zetten. We gaan de komende tijd kijken wat de mogelijkheden zijn. Wie weet: een unieke kans.
In ieder geval kijken we met enige trots terug op die vijf tentoonstellingen: mooie en kunstzinnige kaarten in de Lakenhal (nog twee weken te zien), verhelderende kaarten in de Bakkerij (vluchtelingen op de kaart), confronterende kaarten in de synagoge (Joodse geschiedenis in kaart), nostaligische en vooruitziende kaarten in het stadhuis (Leidse stadsplattegronden) en exotische en kostbare kaarten in het Sieboldhuis (Japan in kaart). En twee lezingen, over “waarom waterschapskaarten nauwkeurig zijn” en “waarom alle kaarten liegen”. De tegenstelling bleek niet alleen confronterend, maar ook vruchtbaar en het publiek dankbaar. Moe maar voldaan keerden we huiswaarts.
De komende weken zullen wel weer voluit politiek bedrijf geven, de adrenaline zal wel weer flink gaan oplopen, iedereen in het politieke circuit denkt dat iedereen in de stad al bezig is met de komende gemeenteraadsverkiezingen van maart aanstaande. Weinig kans: het is nu nog het spel van de politieke krachten intern en onderling. Maar posities worden wel bepaald, dus spannend zal het wel worden. Het is echter wel zaak dat we als politiek actieven ons blijven realiseren dat we vooral zelf met het politieke bedrijf bezig zijn. De rest van de stad zal ons vooral op onze resultaten blijven beoordelen en kort voor de verkiezingen wel eens kijken wat ze vinden van wat we de afgelopen jaren gepresteerd hebben. En ook niet veel eerder, tenzij ze hun mening al lang gevormd hebben en dus ook niet meer wachten op onze laatste acties om de kiezer naar onze eigen partij te halen.
Van de kant van het college zullen we ons best doen feiten te creëren waarmee ons resultaat zichtbaar wordt. Niet alleen plannen, ook resultaten. Over zes maanden weten we meer. In de tussentijd blijven we ons best doen en luisteren naar wat mensen belangrijk vinden.